Amatitlania septemfasciata

Amatitlania septemfasciata kan een totale lengte bereiken van zo’n 12 centimeter. De man en vrouw zien er verschillend uit!

Amatitlania septemfasciata

Amatitlania septemfasciata is in 1908 officieel beschreven door Regan. Amatitlania is afgeleid van het type plaats van het type soort. “Amatitlán” betekent, een plek van overvloed in amate” in het Nahuatl. “amate” is een soort van papier gemaakt van de bast van Ficus petiolaris of Ficus indica. Sept = Zeven, fascia = band. De Amatitlania met zeven banden dus. Een aspecifiek kenmerk omdat alle Amatitlania zeven banden hebben. Dit betekent niet dat deze dan ook bij alle soorten onder alle omstandigheden zichtbaar zijn, zelfs bij Amatitlania  septemfasciatus is dit niet altijd het geval.

Beschrijving

Deze klein blijvende cichlide laat zich vaak herkennen aan de dracht van twee donkere vlekken op de flank. Één midden op het lichaam (in feite het midden van de derde band) en de tweede op de staartwortel (de zevende band). De dieren zijn seksueel dimorfisch, dat wil zeggen dat de geslachten er verschillend uitzien.

De mannetjes worden groter (10 centimeter standaard lengte) en hebben (afhankelijk van de vindplaats) een roodachtige of gele buikzijde. Deze kleuren vinden we ook vaak terug in de basis van de rugvin. De buikzijde van de man is bovendien versierd met hemelsblauwe schubben. Bij de vrouwtjes is dit blauw zelfs de basiskleur van het ventrale gedeelte (kop en buikzijde). Daarboven vertoont het vrouwtje vaak een goudgele zone welke van de kieuwdeksels tot aan het begin van de staartwortel door kan lopen. De vrouwtjes hebben een meervoudige rugvinvlek waar tussenin deze goudgele kleur zich herhaalt.

De vrouwtjes worden niet groter dan 7 centimeter. In de paartijd verandert het kleurpatroon van het vrouwtje dramatisch. Dan zijn het vooral de zwart-wit tinten die overheersen.

Één opmerking is hier nog op z’n plaats. En dat is dat er bij deze vis waarschijnlijk net zoveel variatie bestaat als dat er vindplaatsen zijn. Dus als je vis niet helemaal voldoet aan de hiervoor genoemde beschrijving hoeft dit niet noodzakelijkerwijs op hybridisatie te duiden. Variatie verspreidt zich in de natuur als de kleuren van een regenboog.

Amatitlania septemfasciata
Amatitlania septemfasciata

Verder is Amatitlania septemfasciata sterk verwant aan haar buren Amatitlania sajica en Amatitlania myrnae. Ze onderscheiden zich van deze soorten voornamelijk door hun conische in plaats van beitelvormige tanden in de bovenkaak en de tweepuntige samengestelde tanden in de onderkaak (Schmitter – Soto 2007). Deze andere vorm van de tanden kan wijzen op een andere manier van fourageren of een ander dieet. Opmerkelijk is dat deze gebitssamenstelling weer overeenkomsten vertoont met die van Amatitlania altoflava.  Op het internet is veel I.D.- discussie te vinden rond deze vis en dan met name ten opzichte van Amatitlania myrnae. Meer duidelijkheid hierover vind je bij de visbeschrijving van Amatitlania myrnae.

Gedrag

Het temperament van deze vis houdt geen gelijke tred met het formaat. De visjes zijn namelijk vele malen pittiger dan je zou verwachten. Vooral in de paartijd is het karakter van deze dwergen reuzachtig te noemen en weten zij zelfs in overbevolkte bakken vaak nog jongen groot te brengen.

Herkomst

Costa Rica, Nigaragua.

Verspreiding

Alleen aan de Atlantische zijde, tot 600 meter hoogte. Van de grensrivier San Juan, die officieel bij Nigaragua hoort, tot en met de Rio Banano ten Zuiden van Limón. Hier bewoont zij de ondiepere gedeelten van schaduwrijke regenwoudrivieren. Amatitlania septemfasciata is in water met verschillende stroomsnelheden te vinden, van de stroomversnellingen in de bovenloop tot aan het traag stromende water uit de benedenloop. Maar daar waar Amatitlania septemfasciata samen voorkomt met Amatitlania nigrofasciatus zoekt Amatitlania septemfasciata vaker de sneller stromende gedeeltes op (Bussing 1989).

Dieet

Amatitlania septemfaciata is een echte omnivoor. Insecten en hun larven, kleine visjes, slakjes, maar ook detritus, algen en in het water gevallen vruchten staan op het menu. Regelmatig is waar te nemen hoe ze bij het foerageren met buik en borstvinnen de bodem omwoelen, een klein stukje terug zwemmen en vervolgens bekijken of er iets eetbars is blootgelegd. Zo voeren ze ook hun jongen. Ook is waargenomen dat ze tijdens het foerageren op de bodem liggende bladeren omdraaien (Artigaz 2011).

Het Aquarium

Het water waarin Amatitlania septemfasciata van nature voorkomt is in alle gevallen zuurstofrijk. Dit is dan ook een belangrijke voorwaarde met betrekking tot de aquariumcultuur. Dit betekent dus, niet teveel vis in combinatie met een goede filtratie en regelmatige waterverversing. Ook de maximum temperatuur moeten we in dit verband in de gaten houden. De vissen worden gevonden binnen een temperatuurbereik tussen 21 en 27 °C. Juan Artigas maakt zelfs melding van een vindplaats met een watertemperaturr van 20 graden.

Voor het aquarium zou ik daarom niet al te hoge temperaturen aanhouden. Zeker niet boven de 26 °C. Het water waarin ze voorkomen is voor Midden Amerikaanse begrippen bovendien zacht te noemen. Tot 9 dgh. met een pH bereik tussen 5,5 en 8.

Als we het voorgaande in acht nemen is Amatitlania septemfasciata geen moeilijke aquariumvis. Het kleine formaat maakt huisvesting in aquariums vanaf één meter mogelijk. Juan Artigas vertelt op zijn site over het jarenlang met succes houden van een kolonie van deze vissen in een aquarium van 120 centimeter. Dit aquarium bood ruimte aan 25 vissen van verschillend formaat en aan vier territoria. Iedere keer als er een man behorende bij één van deze territoria het leven liet werd deze opgevolgd door de volgende in de hiërarchie. Juan zegt hier overigens wel bij dat dit dan ook wel de absolute minimum voorwaarden zijn voor het houden van deze vissen. Bij de huidige Europese maatstaven zou bij de genoemde opzet een bak van ongeveer 160 geadviseerd worden.

Amatitlania septemfasciata is goed samen te houden met andere Midden Amerikaanse vissen. Zowel combinaties met kleine soorten zoals Thorichthyssen als grotere soorten zoals Cribroheros geven geen problemen. Minder geschikt zijn combinaties met andere Amatitlania. Dit in verband met de kans op hybridisatie.

Kweek van Amatitlania septemfasciata

Zoals alle Amatitlania is ook Amatitlania septemfasciata een holenbroeder, die echter bij gebrek hieraan ook met een enigszins beschutte plaats genoegen neemt. In de natuur worden ze vaak gevonden op plaatsen waar bomen in het water zijn gevallen (Bussing 1989). De takken bieden dan de nodige beschutting.

Amatitlania septemfasciata man in broedkleur
Amatitlania septemfasciata man in broedkleur

De mannetjes zijn bij 6 centimeter geslachtsrijp de vrouwtjes bij 4 centimeter. De tot 200 eitjes worden op een van tevoren schoongepoetst verticaal vlak in het hol afgezet en hangen aan draadjes. Bij 27 °C komen de eitjes na 72 uur uit.

Amatitlania septemfasciata vrouw in broedkleur
Amatitlania septemfasciata vrouw in broedkleur

De larven dragen zware dooierzakken maar zwemmen na 5 dagen vrij. De jongen blijven in een dichte wolk onder de moeder terwijl de vader de directe omgeving verdedigt. Dit doet hij met verve en deinst hierbij niet terug voor veel grotere tegenstanders.

Tijdens het rondleiden van de jongen seinen de ouders continu signalen uit naar het peloton jongen. Dit doen zij door snel op en neer bewegen van buik en borstvinnen en schokkende bewegingen van het lichaam.

Zoals gedocumenteerd door Brian Wisenden 1995 bij Amatitlania nigrofasciata, voeren ook de ouders van Amatitlania septemfasciata hun jongen door met hun buik en borstvinnen de zachte ondergrond om te woelen. ‘S-avonds keert het gezin weer terug naar het hol  waarin het vrouwtje zich met haar jongen diep terugtrekt en het mannetje de ingang bewaakt. De ouders blijven nog zo’n 6 weken voor hun kinderen zorgen, dan zijn ze ongeveer 1 centimeter en trekken zij de wijde wereld in.

Video

Auteur

Rene Beerlink – NVCweb

Copyright foto’s

Jeff Raps – Tangledupincichlids.com
Dieter Dühring

Referentie 

Regan C.T. 1908. “A collection of freshfwater fishes made by Mr. C. F. Underwood in Costa Rica”. Annals and Magazine of Natural History. pp. 455-464.

Literatuur

Hans A. Baensch, Dr. Rüdiger Riehl 1987. Aquarien Atlas, Band 2, blz 878-879.

Extra informatie

Familie

Geslacht

Soortnaam

septemfasciata

Synoniemen

Archocentrus septemfasciatus, Cichlasoma septemfasciatum, Cryptoheros septemfasciatus

Eerstbeschrijving

Charles Tate Regan

Karakter

Sociaal Gedrag

Dieet

Min. lengte aquarium in cm

100

Zone

Herkomst

Landen

,

Ecosysteem

, ,

Lengte Minimaal

9

Lengte Maximaal

12

Temperatuur minimaal

21

Temperatuur maximaal

26

pH minimum

5.5

pH maximum

8.0

GH minimum

1

GH maximum

10

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Amatitlania septemfasciata” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *